Centrum Jonge Kind

Karakter

Het Centrum Jonge Kind is gespecialiseerd in de diagnostiek en behandeling van zeer jonge kinderen in de leeftijd van 0 tot 6 jaar waarbij sprake is van (een vermoeden) van een psychiatrische stoornis of een sterk verhoogd risico daarop. 

Hoofd- en sublocatie

Reinier Postlaan 12
6525 GC Nijmegen

Prinses Beatrixlaan 25
4001 AG Tiel

Delta 1a
6825 ML Arnhem

Klarinetstraat 4
5402 BE Uden

Koopmanslaan 31-06
7005 BK Doetinchem

Noorderpoort 47
5916 PJ Venlo

Helene Mercierweg 5
7555 SJ Hengelo

Leeftijdscategorie
0-12 jaar
Beschrijving

De doelgroep bestaat uit zeer jonge kinderen in de leeftijd van 0 tot 6 jaar waarbij sprake is van (een vermoeden) van een psychiatrische stoornis of een sterk verhoogd risico daarop. Dit vraagt hoogspecialistische zorg, omdat kinderen in deze levensfase op alle fronten volop in ontwikkeling zijn. Daarnaast zijn deze kinderen zeer kwetsbaar wegens de volledige afhankelijkheid die zij hebben t.o.v. hun primaire steunsysteem.

Contra-indicaties

Pedagogische problematiek zonder enig vermoeden van psychiatrische problematiek bij kind.

Hoe wordt bepaald of een patiënt in aanmerking komt?

Elke baby, peuter of kleuter met een vermoeden van en/of een sterk verhoogd op risico psychiatrische problematiek komt met diens ouders/verzorgers in aanmerking.

DSM V classificatie

Zeer jonge kinderen in de leeftijd van 0 tot 6 jaar kunnen naar het Centrum Jonge Kind Karakter UC verwezen worden als er een vermoeden is van psychiatrische problematiek of een sterk risico daarop. Te denken valt aan:

  • autismespectrum problematiek;
  • ADHD;
  • ontwikkelingsproblematiek in brede zin;
  • angst- en stemmingsproblematiek;
  • trauma gerelateerde problematiek;
  • (Ernstige/persisterende) gedragsproblematiek;
  • (Ernstige) regulatie problematiek (moeilijke regulatie van emoties, gedrag, zintuiglijke/lichamelijke prikkels);
  • primaire psychiatrische problematiek bij de ouder (post partum psychopathologie) met een groot risico op een bedreigde ontwikkeling van het kind.
Waar bestaat de diagnostiek uit?

De diagnostiek wordt op één dagdeel gepland en bestaat uit:

  • een intakegesprek met ouders/verzorgers;
  • een ouder-kind interactie spelobservatie;
  • een kinderpsychiatrisch onderzoek;
  • een eerste adviesgesprek met de ouders over het vervolg. Dit kan bestaan uit nadere diagnostiek, maar ook tot een voorstel voor behandeling.

Nadere diagnostiek kan bestaan uit een ontwikkelings-/intelligentie onderzoek voor het kind, neuropsychologisch onderzoek, een logopedisch-, een psychomotorisch– of een gezinsonderzoek. Op indicatie kan de afdeling het kind observeren in de thuissituatie en/of op het kinderdagverblijf, de peuterspeelzaal of op school. na de nadere diagnostiek vindt weer een adviesgesprek met de ouders plaats.

Hoe onderscheidt dit zich van reguliere diagnostiek?

De medewerkers van de afdeling zijn zeer ervaren en gespecialiseerd in de doelgroep. Het diagnostiektraject is uitgebreid en veelzijdig zodat de problematiek op alle ontwikkelingsgebieden in kaart wordt gebracht. En dit vindt in een kort tijdsbestek plaats. 

Hoe intensief is deze voor de patient?

Voorafgaand wordt ouders/verzorgers gevraagd enkele digitale vragenlijsten in te vullen (tijdsinvestering circa 2 uur), zodat de intake zo efficiënt mogelijk verloopt. De intake ochtend kost ouders en kind daarnaast 150 minuten.

Welke instrumenten worden er gebruikt bij diagnostiek?

De volgende professionals zijn betrokken bij de diagnostiek:

  • Intakegesprek met ouders/verzorgers door Gz-psycholoog of IMH-specialist;
  • Een ouder-kind interactie spelobservatie door Gz-psycholoog of IMH-specialist;
  • Een kinderpsychiatrisch onderzoek door een kinder- en jeugdpsychiater;
  • Een eerste adviesgesprek met de ouders nav door Gz-psycholoog of IMH-specialist en kinder-en jeugdpsychiater samen.

Aanvullend onderzoek vindt afhankelijk van het type onderzoek plaats door een psychodiagnostisch medewerker, gezinsbehandelaar of speltherapeut. Voor elk onderzoek wordt volgens Evidence Based Methodiek principes gewerkt.

Behandeling
Ambulant
Thuisbehandeling
Beschrijving

Het Centrum Jonge Kind Karakter UC is gespecialiseerd in de diagnostiek en ambulante poliklinische behandeling van zeer jonge kinderen in de leeftijd van 0 tot 6 jaar waarbij sprake is van (een vermoeden) van een psychiatrische stoornis of een sterk verhoogd risico daarop.

Naam en beschrijving
PIP: Psychodiagnostiek/behandelmodule Intensief voor Peuters, kleuters en hun ouders (PIP)
Doelgroep

Deze behandeling is bedoeld voor kinderen met complexe ontwikkelingsproblemen op meerdere gebieden, zoals contact, spel, communicatie, basale regulatievaardigheden en/of problemen binnen de ouder-kind interactie. 

Methodiek

Procesdiagnostiek en in vervolg hierop intensievere ouder-kind behandeling.

Beoogde effecten

De globale doelstelling is tweeledig: 
1)    Procesdiagnostiek wanneer het klinisch beeld van het kind onvoldoende helder is na de reguliere intake of er vragen zijn over de behandelbaar of behandelbereidheid van ouders. Door intensiever te observeren binnen dagelijkse situaties op de groep en specifieke aanvullende onderzoeken (waaronder het gezinsdiagnostisch onderzoek in de thuissituatie, maar ook psychiatrisch en ouder-kind procesdiagnostiek), wordt beter zicht gekregen op mogelijkheden en beperkingen bij kind en ouder t.b.v. het klinisch beeld alsook passende behandeling;
2)    Intensievere ouder-kind behandeling (in vervolg op 1) indien geïndiceerd, gericht op het vergroten van de sensitiviteit van ouders en/of uitbreiden van pedagogische vaardigheden passend bij de specifieke mogelijkheden en behoeftes van hun kind.

Naast deze globale doelstellingen worden individuele doelen voor zowel procesdiagnostiek als behandeling gesteld.

Effectiviteitsonderzoek

De eerste kinderen die in het kader van een pilot werden gezien door de kinder- en jeugdpsychiater van het Centrum zijn nader geanalyseerd op psychiatrische problematiek, toeleiding tot passende zorg en de mate van tevredenheid bij kinderartsen en ouders.

Naam en beschrijving
PicASSo – PRT met gebruik van een robot
Doelgroep

Kinderen tot 6 jaar met autisme.

Methodiek

Combineren van de motivationele componenten van Pivotal Response Treatment (PRT) en robotica.

Beoogde effecten

Het vergroten van de behandeleffectiviteit van kinderen met autisme. 

Hoe intensief is deze voor de patiënt?

PRT van 20 wekelijkse sessies.

Effectiviteitsonderzoek

Spelscenarios voor robot-kind interactie die zijn ontwikkeld volgens de principes van PRT  en uitvoering van PicASSo-onderzoek.

Uitstroomcriteria

Na de diagnostiekfase wordt bepaald of hoogspecialistische behandeling geïndiceerd is. Vervolgens vindt in elke behandelplanevaluatie (elke 6 maanden) een evaluatie van de doelen plaats, met ouders en mede gebaseerd op een ROM-meting, of verder behandeling door het Centrum Jonge Kind Karakter UC nog geïndiceerd is.

Waar worden patiënten naar door- of terugverwezen?

Patiënten worden naar de verwijzer of naar een netwerkpartner (ander medisch-specialisme, jeugdzorg, specialistische zorgvoorziening) door- of terugverwezen.

Is er een terugval aanbod?

Er is een terugvalaanbod, patiënten kunnen laagdrempelig terugkomen voor herdiagnostiek en indien geïndiceerd voor behandeling. Dit is van belang, omdat investering in het jonge kind veel kan betekenen in de ontwikkelingskansen.

Hoe wordt een second opinion aangevraagd?

Een second opinion kan worden aangevraagd via mail met een gerichte verwijsbrief, onderbouwd vanuit de gegevens van de first opinion. 

Voor vooroverleg is mevr. dr. Martine van Dongen-Boomsma, kinder- en jeugdpsychiater en manager behandelzaken van dit centrum bereikbaar via m.vandongen-boomsma@karakter.com.

Een second opinion wordt uitgevoerd conform het reguliere diagnostiek traject, nadat uitvoerig kennis is genomen van de onderzoeksvraag en de beschikbare voorinformatie.

Naam
dr.
M.
(Martine)
van Dongen-Boomsma
Specialisatie

Zorglijnmanager behandelzaken, kinder- en jeugdpsychiater en senior onderzoeker (onder andere voor de Zorglijn Autisme-ADHD van Karakter).Tevens docente 'psychiatrie van het jonge kind' binnen de opleiding kinder- en Jeugdpsychiatrie en betrokken bij het Landelijke Netwerk Autisme Jonge Kind (LNAJK).

Consultatie en adviesmogelijkheden voor verwijzers

Bij vragen over (een vermoeden van of risico op) psychiatrische problematiek van het jonge kind, kan het Centrum Jonge Kind Karakter UC benaderd worden voor consultatie&advies.

Het Centrum biedt structureel consultatie aan de volgende organisaties: het team integrale vroeghulp (IVH), 24-uurs consulatie aan het Amalia Kinderziekenhuis (onderdeel van het Radboudumc), het St. Antonius Ziekenhuis, de Driestroom, Entrea / GSJ Lindenhout en Kentalis. j

Voor specifieke specialistische vragen op casusniveau of voor structurele consultatie kan contact opgenomen met dr. Martine van Dongen-Boomsma, kinder- en jeugdpsychiater en manager behandelzaken.

Beschrijving doelstelling zorgaanbod

Hoe jonger, hoe kwetsbaarder. Hoe jonger, hoe meer kansen de ontwikkeling in de juiste richting te stimuleren. Dat doet het Centrum door vroegherkenning van en effectieve, realistische behandeling aan ouders en het jonge kind met een vermoeden of risico op kinderpsychiatrische problematiek met als doel ontwikkelingsstagnatie te voorkomen of te herstellen. 

Beschrijving klinische effecten van het zorgaanbod

De ernst van de psychiatrische problematiek van het kind vermindert. Ouders ervaren gemiddeld genomen geen significant verschil in de opvoedbelasting. Leerkrachten ervaren gemiddeld genomen geen verschil in de mate van gedragsproblemen bij het kind. Ouders hebben wel meer grip op problemen gekregen, ze zijn beter in staat relevante activiteiten te ondernemen en ze kunnen beter omgaan met anderen en situaties waar het eerder meer moeite kostte (58%).   

Met welk instrument worden de effecten gemeten

Bij alle kinderen worden de CGI-S en de Vineland afgenomen bij start en bij afsluiting van het traject om een indruk te krijgen in hoeverre het kind in zijn algemeen en adaptief functioneren verbeterd, verslechterd of gelijk blijft. In aanvulling daarop worden de TRF en de OBVL afgenomen. De TRF geeft een indruk of eventuele veranderingen op de kinderopvang of op school worden waargenomen gedurende het behandeltraject. Door het afnemen van de OBVL wordt een indruk verkregen van de opvoedbelasting gedurende het behandeltraject en of deze is afgenomen na de behandeling. Daarnaast worden de CGI-S (en de CGI-I) zowel voor als na elke behandelmodule afgenomen, zodat -indien meerdere behandelmodulen in een behandeltraject plaats hebben gevonden- een indruk verkregen kan worden welke module het meest effectief is geweest gedurende het gehele traject. 

Resultaten in percentages of aantallen
  • 44% positieve vooruitgang
  • 56% geen verandering in ernst 
  • 0% verergering  
Beschrijving resultaten zorgaanbod op kwaliteit van leven
  • 71% van de ouders heeft meer grip op problemen gekregen
  • 63% is beter in staat relevante activiteiten te ondernemen
  • 58% kan beter omgaan met anderen en situaties waar het eerder meer moeite kostte.  
Hoe wordt de zorg door de patiënt en/of naaste ervaren?

Patiënten en naasten vinden de zorg over het algemeen nuttig. 92% vindt dat voldoende informatie wordt gegeven over de aanpak van het onderzoek en/of behandeling. 92% vindt dat er voldoende ruimte is voor inspraak. 92% vindt dat het onderzoek en behandelplan naar wens wordt uitgevoerd. En 75% van de patiënten ervaren dat ze voldoende vooruitgaan door de aangeboden behandeling. 92% van de ouders ervaren voldoende vertrouwen, interesse en respect vanuit hun behandelaar. 

Rapportcijfer conform CQ index

Patiënten en/of naasten waarderen de zorg met gemiddeld een 7.8.

Naam
prof. dr.
J.K.
(Jan)
Buitelaar
Specialisatie

ADHD en ASS  (0-23).

Contactgegevens
Naam
prof. dr.
W.G.
(Wouter)
Staal
Specialisatie

De verbinding tussen fundamenteel wetenschappelijk onderzoek en de klinische praktijk, met als focus neurobiologische ontwikkelingsstoornissen, in het bijzonder autisme

Naam
dr.
I.
(Iris)
Servatius-Oosterling
Specialisatie

Klinisch psycholoog in opleiding en hoofdonderzoeker van het SCOPE-onderzoek.

Contactgegevens
Naam
dr.
M.
(Martine)
van Dongen-Boomsma
Specialisatie

Zorglijnmanager behandelzaken, kinder- en jeugdpsychiater en senior onderzoeker (onder andere voor de Zorglijn Autisme-ADHD van Karakter).Tevens docente 'psychiatrie van het jonge kind' binnen de opleiding kinder- en Jeugdpsychiatrie en betrokken bij het Landelijke Netwerk Autisme Jonge Kind (LNAJK).

Naam
dr.
M.
(Mirjam)
Pijl
Specialisatie

Orthopedagoog en senior onderzoeker. 

Beschrijving onderzoek

De afdeling kent een jarenlange onderzoekstraditie.

Enkele lopende onderzoeken zijn:

  • Zebra-project (Europese multi-centre studie): onderzoek naar gedragsaspecten van brusjes van kinderen met autisme
  • Soso-project: Screenings/vroegherkenningsaspecten van autisme bij jonge kinderen
  • Picasso: Onderzoek naar de effectiviteit van PRT met en zonder robots
  • SCOPE: onderzoek naar vroegsignalering en vroeginterventie van kinderen met vermoeden autisme 
  • Visuele waarneming bij kinderen met een autisme spectrum stoornis en bij kinderen met synesthesie
Auteur(s)
G. Bussu, E.J.H. Jones, T. Charman, M.H. Johnson, J.K. Buitelaar
Tijdschrift
J Autism Dev Disord.
Datum
2018 Jul;48(7):2418-2433
Auteur(s)
C. Dietz, J.C. Visser, I. van Berckelaer-Onnes, N. Peters-Scheffer.
Tijdschrift
Tijdschrift VKJP
Datum
Nr. 1 2018
Auteur(s)
I. Smeekens, I.J. Oosterling, J.C. den Boer, J.K. Buitelaar, W.G. Staal, M. van Dongen-Boomsma.
Tijdschrift
Cochrane Database of Systematic Reviews
Datum
December 2017
Beschrijving

Medewerkers van het Centrum Jonge Kind geven regelmatig lezingen op nationale en internationale congressen, zoals het NVvP, het Nationaal Autisme Congres en International Society for Autism Research (INSAR).

Dr. Iris Servatius-Oosterling geeft training in PRT-technieken in kinderopvangcentra. Dr. Martine van Dongen-Boomsma is docent binnen de opleiding psychiatrie van het Radboudumc. 
 

 

Ervaring van patiënten/naasten

"Eerst werd hij altijd boos als er iets niet lukte"

De 4-jarige Ruben kreeg drie maanden therapie voor autisme. Zijn ouders zien dat hij daardoor enorm is gegroeid. Moeder Esther: 'Eerst werd hij altijd boos als er iets niet lukte. Nu vraagt hij: 'Mama wil je me helpen? Hij kan meer zelf adequaat het initiatief nemen voor contact en geniet er ook van.' 

Esther en haar man Martijn hebben gewacht met de therapie tot na de bevalling van hun tweede kind. Intussen pasten ze thuis al speelse middelen toe om Ruben te helpen, in overleg met Karakter. 'Als hij met de bal wil spelen, geef ik hem de bal pas als hij er om vraagt: "Mama, mag ik de bal?" Dit soort kleine manieren kun je heel breed inzetten, zodat je kind leert om duidelijk te maken wat hij wil.'

Ouders van Tom (7 jaar), Job (5 jaar) en Frank (3 jaar)

"Het was een heftig jaar voor ons gezin. Zo heftig dat zowel mijn man als ik een paar maanden geleden met een burn-out thuis kwamen te zitten. Maar gelukkig gaat het nu beter, ook vanwege de psychiatrische gezinsbehandeling. Maar laat ik bij het begin beginnen. We hebben drie jongens in de leeftijd 3, 5 en 7 jaar. Het zijn leuke, stoere jongens. Onze oudste (Tom) was destijds een hele makkelijke baby, totdat hij ging lopen. Toen begon ons op te vallen dat hij niet reageerde als we hem riepen. Eerst dachten we dat hij gewoon heel eigenwijs was en dat het vanzelf beter zou gaan. Maar hij werd ook snel boos, vooral als dingen anders gingen dan hij in zijn hoofd had. Hij is toen onderzocht en daaruit kwam de diagnose autisme spectrum stoornis. Na een periode op een medische peuterspeelzaal, kon Tom toch de overstap maken naar het reguliere onderwijs. Toen Tom twee was, is broertje Job geboren. Job was een huilbaby. Al snel bleek dat hij veel soorten eten slecht verdroeg, dat hebben we aangepast. Verder maakte hij eigenlijk een hele gewone ontwikkeling door. Maar toen hij wat ouder werd, viel hij steeds spontaan in slaap. Het ene moment was hij nog met autootjes aan het spelen en het volgende moment lag hij ineens diep te slapen, zomaar op de grond. Hij is inmiddels onderzocht door de kinderarts en orthopedagoog, maar een oorzaak is nog niet gevonden.

Woedeaanvallen
Ondertussen ging het ook slechter met de oudste, hij ontwikkelde allerlei dwanghandelingen. Het lastige was dat die handelingen iedere paar weken veranderden. Vond hij het de ene week belangrijk dat zijn kleding exact recht lag in de kledingkast, de week daarop wilde hij ineens per se bij het ontbijt al het brood opeten dat hij voor zijn lunch in zijn trommeltje had gedaan. Inmiddels was ook de jongste Frank geboren en meteen in de eerste week al zagen mijn man en ik grote overeenkomsten met de oudste. Alhoewel er nog geen diagnose is gesteld, denken wij toch dat ook hij een autisme spectrum stoornis heeft. Inmiddels is hij drie jaar en kan hij verschrikkelijke woedeaanvallen hebben die langer dan een uur duren. Hij is dan erg bang en we kunnen hem niet troosten. Hij wil dan niet aangeraakt worden. Dat is ook moeilijk voor ons als ouders.

Wij waren overbelast
Zelf werk ik in de gehandicaptenzorg. Vanuit mijn beroep heb ik veel kennis van positief opvoeden en omgaan met kinderen. Juist daardoor hebben mijn man en ik het lang kunnen volhouden. Maar de situatie thuis werd gewoon te complex en te intensief. We zijn met alledrie de kinderen naar Karakter gegaan. Bij de intake was al duidelijk dat we enorm overbelast waren. Er is toen door Karakter versneld actie ondernomen en direct intensieve psychiatrische gezinsbehandeling opgestart. Ook andere acties om wat meer lucht te krijgen zijn toen ingezet: de jongste gaat nu wekelijks een paar dagdelen naar een medische peuterspeelzaal. De oudste gaat af en toe in het weekend naar een logeerboerderij. Verder hebben alledrie de kinderen dagelijks een uur kamertijd. Ze gaan dan op hun eigen kamer spelen of lezen. Zo kan ik ook even bijtanken.

Overstap van winter- naar zomerkleding
Tijdens de intensieve psychiatrische gezinsbehandeling praten we met de behandelaar over de dagelijkse dingen waar we tegenaan lopen. De ene week praten we als ouders apart met haar. De andere week zijn onze kinderen erbij. Het zijn juist de kleine dingen die het meest ontregelend zijn voor de kinderen. Bijvoorbeeld: als er een keer een schoolontbijt wordt georganiseerd, of als we de overstap maken van winter- naar zomerkleding. Met al die praktische zaken kan de gezinsbehandelaar goed adviseren. Ik kan mijn verhaal bij haar kwijt en samen bespreken we methodieken die werken. Zo hebben we picto’s en een nieuw beloningssysteem ingevoerd. Er gaat nu ook extra aandacht uit naar de middelste zoon, die te lijden heeft onder de driftbuien van de oudste en jongste. We zijn er nog lang niet, maar merken dat het al met al stukken beter gaat. Op initiatief van Karakter zitten we nu ook regelmatig in een gezamenlijk overleg aan tafel met school, gemeente en Zozijn. Zo kunnen we de hulp goed op elkaar afstemmen. Samen komen we verder."

Back to top