GGZ inGeest
De Polikliniek Angst en Dwang is gespecialiseerd in diagnostiek en behandeling van volwassenen vanaf 18 jaar met ernstige, complexe en therapie resistente angst-, dwang- en posttraumatische stressstoornissen.
Hoofd- en sublocatie
Amstelveenseweg 589
1081 JC Amsterdam
Telefoon
Website
De Polikliniek Angst en Dwang behandelt mensen vanaf 18 jaar met ernstige, complexe en therapie-resistente:
- Paniekstoornis
- Agorafobie
- Sociale fobie
- Specifieke fobie
- Gegeneraliseerde Angststoornis
- Obsessieve-compulsieve stoornis
- Posttraumatische Stressstoornis
- Drugs- of alcoholverslaving
- Relatief lichte angststoornis waarvan verwacht kan worden dat die ook in de Basis- dan wel specialistische GGZ behandeld kan worden.
Bij aanmelding ontvangt de patiënt een digitale vragenlijst die thuis ingevuld kan worden. Op basis daarvan wordt gekeken of de patiënt het beste bij de Polikliniek Angst en Dwang terecht kan. De uitslag hiervan wordt telefonisch teruggekoppeld. Daarna ontvangt de patiënt een uitnodiging voor een intakegesprek op de afdeling.
Indicaties:
- De Polikliniek Angst en Dwang biedt specialistische en hoogspecialistische diagnostiek en behandeling. Onderscheid tussen specialistische en hoogspecialistsiche ggz zorg voor patiënten wordt gemaakt op basis van de Decision Tool Angststoornissen.
- Patiënten met de volgende DSM-V diagnoses kunnen verwezen worden:
- Sociale fobie
- Paniekstoornis
- Agorafobie
- Gegeneraliseerde-angststoornis
- Separatieangststoornis
- Obsessieve-compulsieve stoornis
- Morfodysfore stoornis
- Verzamelstoornis
- Trichotillomanie
- Posttraumatische-stressstoornis
Na screening met een digitale vragenlijst ontvangt de patiënt een uitnodiging voor een intakegesprek op de afdeling.
De intake duurt in totaal ongeveer 2 – 2.5 uur en bestaat uit:
- Invullen vragenlijsten over de klachten (15 minuten)
- Gesprek met intaker (1 uur)
- Adviesgesprek (30 minuten)
De diagnostiek is intensiever dan gebruikelijk. Niet alleen wordt ingegaan op het klachtenpatroon van de patiënt, het beloop van de klachten, maar ook op eerdere behandelingen en hun effectiviteit. De intakeprocedure binnen de Polikliniek Angst en Dwang bestaat uit:
- AD(H)D onderzoek
- ASS onderzoek (autismeteam)
- Persoonlijkheidsonderzoek
- Psychiatrisch onderzoek
- Lichamelijk onderzoek
- Genetisch onderzoek (alleen in het kader van wetenschappelijk onderzoek)
Getracht wordt in één consult van meer uren een diagnose te stellen en een behandelaanbod te doen. Soms zijn meer sessies nodig of is laboratoriumonderzoek aangewezen. Op basis van de behandelrichtlijnen wordt een behandelaanbod op maat gemaakt voor de betreffende patiënt, waarbij diens eigen doelen worden betrokken en de doelen van de naasten.
De Polikliniek Angst en Dwang is gespecialiseerd in de behandeling van patiënten bij wie eerdere behandeling niet geslaagd is. Ook als er sprake is van een of meer angststoornissen samen met andere psychische stoornissen (comorbiditeit), zoals bijvoorbeeld een depressie.
De Polikliniek Angst en Dwang heeft een poliklinisch en een deeltijdbehandelaanbod. Een klein deel van het behandelaanbod vindt in de thuissituatie plaats. De polikliniek biedt:
- Individuele- of groepsbehandeling
- Medicamenteuze behandeling
- Intensieve behandeling in de vorm van een kortdurend (2 weken) intensief behandelprogramma of deeltijdbehandeling
- Nieuwe behandelingen op het gebied van angst- en dwangstoornissen
Patiënten met een obsessieve compulsieve stoornis waarbij reguliere cognitieve gedragstherapie onvoldoende effect had.
Gedurende twee weken intensieve exposure handeling in de thuissituatie, onder begeleiding van een therapeut. In de behandeling wordt aandacht besteed aan partner en familieleden, en aan dagbesteding.
Er zijn aanwijzingen dat meer intensieve behandeling beter werkt dan minder intensieve exposure. Onderzocht wordt daarom of deze korte, intensieve behandeling dwangklachten vermindert. Tevens wordt de kwaliteit van leven onderzocht en de mate van tevredenheid van patiënten. Ook wordt geëvalueerd of de manier van omgaan met dwangklachten door familieleden verandert, en of familieleden een verandering in kwaliteit van leven bemerken.Verwacht wordt dat in korte tijd een groter effect wordt bereikt bij mensen met een ernstige obsessieve-compulsieve stoornis.
Voor patiënten met een obsessieve compulsieve stoornis ‘met gering inzicht’ bij wie reguliere cognitieve gedragstherapie onvoldoende effect heeft opgeleverd.
Een vorm van cognitieve therapie, waarbij de patiënt met dwangklachten beter leert op zijn zintuigen te vertrouwen als hij twijfelt over situaties die zich voordoen in het kader van de obsessieve-compulsieve stoornis.
Vermindering van de ernst van de dwangklachten en verbetering van de mate van inzicht.
De behandeling duurt 20 weken, waarbij de patiënt wekelijks op de polikliniek komt.
Behandeleffecten worden met de SQ-48 gemeten. Bij de 3-daagse deeltijd worden er ook schemavragenlijsten afgenomen.
Er is een studie over de vergelijking IBA en CGT verschenen. Het effect van IBA was even groot als dat van CGT.
Visser HA, van Megen H, van Oppen P, Eikelenboom M, Hoogendorn AW, Kaarsemaker M, van Balkom AJ. Inference-Based Approach versus Cognitive Behavioral Therapy in the Treatment of Obsessive-Compulsive Disorder with Poor Insight: A 24-Session Randomized Controlled Trial. Psychother Psychosom. 2015; 84: 284-93. doi: 10.1159/000382131.
- Geen klachten meer
- Substantiële klachtenafname, resterende klachten zijn acceptabel voor patiënt
- Onvoldoende motivatie, blijkend uit niet komen of geen huiswerk maken
- Klinische opname nodig
- Behandeldoel is bestendigen van huidige resultaat, voorkomen van terugval, of begeleiding bij chronische klachten
Er zijn diverse uitstroommogelijkheden:
- na ontslag (evt na enkele follow-up sessies) zijn huisarts en eventueel POH-GGZ aanspreekpunt
- andere zorglijn binnen GGZ inGeest als er tevens andere psychiatrische problematiek aanwezig is
- andere instelling, bijv buiten de regio omdat klinische opname geïndiceerd is
- FACT zorg voor begeleiding bij langdurige ernstige klachten
- chronische basis GGZ
Bij het afsluiten van iedere behandeling wordt aan terugvalpreventie aandacht geschonken. Er wordt een terugvalpreventieplan gemaakt en de behandelend arts/psychiater bespreekt het beleid voor de medicatie op de langere termijn.
Momenteel wordt onderzoek gedaan naar begeleide zelfhulp gericht op terugvalpreventie dat plaats vindt bij de POH-GGZ in de huisartsenpraktijk. Patiënten die uitstromen bij GGZ inGeest kunnen deelnemen aan dit onderzoek als de eigen huisarts en POH hieraan (willen) deelnemen.
- Als een patiënt een second opinion bij de afdeling wil laten doen moet de behandelend psychiater, psycholoog of huisarts hiervoor verwijzen. De aanvraag voor een second opinion gebeurt altijd schriftelijk, eventueel na een mondeling vooroverleg met de behandelend arts. Als de huisarts de verwijzer is zal de patiënt ook gevraagd worden om de wens voor een second opinion eerst met de huidige behandelaar te bespreken. Eventueel kan de huisarts ook overleggen met de huidige behandelaar.
- Bij de aanvraag voor een second opinion hoort een vraagstelling (van de behandelaar of van de patiënt, of beiden), een weergave van de huidige stand van zaken in de behandeling, en waar mogelijk meezenden van eerdere relevante correspondentie.
- De patiënt ontvangt een uitnodiging zodra alle informatie binnen is.
- De patiënt wordt uitdrukkelijk gevraagd om een naastbetrokkene mee te nemen, zodat er ook vragen aan de naastbetrokkene gesteld kunnen worden en je e.e.a nog eens kan nabespreken.
Contactpersoon Polikliniek Angst & Dwang
prof. dr. A. (Ton) van Balkom, psychiater
T (020) 788 55 55
Psychiater/hoogleraar, expert op het gebied van diagnostiek, comorbiditeit en behandeling van angst- en stemmingsstoornissen en expert in richtlijnontwikkeling en implementatie van de richtlijnen Angststoornissen. Tevens is hij bestuurslid van de Angst Dwang Fobie stichting.
(020) 788 45 49 - t.vanbalkom@ggzingeest.nl
Psychiater/hoogleraar en expert op het gebied van psychiatrische stoornissen en de vrije wil.
(020) 788 50 00 - g.meynen@ggzingeest.nl
Psychiater, expert op het gebied van lange termijn beloop van angst- en dwangstoornissen en de behandeling van complexe angststoornissen en terugvalpreventie.
(020) 788 50 00 - n.batelaan@ggzingeest.nl
De afdeling heeft tot doel de lange termijn prognose van patiënten met angst- en dwangstoornissen te verbeteren. Hoewel er een aantal effectieve behandelingen is ontwikkeld, zoals medicatie en psychotherapie, zijn deze behandelingen vaak alleen effectief op korte termijn. Er zijn veel mensen die terugvallen in angst en dwangstoornissen. De afdeling wil behandelaanbod ontwikkelen om het behandeleffect bij patiënten met angst- en dwangstoornissen duurzamer te maken. Er wordt daarvoor ook onderzoek gedaan naar de oorzaken van terugval op de lange termijn.
Bij 59% van de patiënten is sprake van een klinisch significante verbetering van de angstklachten dan wel herstel.
Met diverse meetinstrumenten, in ieder geval de SQ-48, een veel gebruikte vragenlijst voor mensen met angst- en depressieklachten.
Bij aanvang van een behandeling wordt een behandelplan/overeenkomst opgesteld, waarvoor instemming van de patiënt wordt gevraagd. In het behandelplan worden behandeldoelen, bijbehorende interventies, effectmaten en een volgende evaluatiedatum vastgelegd.
Bij start, daarna na elke 3 maanden en bij afsluiting worden vragenlijsten afgenomen.
hersteld | 34% |
verbeterd | 25% |
onveranderd | 37% |
verslechterd | 5% |
De delta T was 11.47 (95% BI 9.28 - 13.66), een groter behandelresultaat dan het landelijk gemiddelde (9.72 , 95% BI 9.57 - 9.86).
Suïcidaliteit:
Het percentage cliënten dat tamelijk tot heel veel gedachten aan zelfmoord heeft neemt met ruim een derde af tijdens de behandeling (van 4,1% bij de start tot 2,7% bij het einde van de behandeling).
Item 9 van de BSI betreft de mate waarin een cliënt gedachten aan zelfmoord heeft. De score hierop loopt van 0 t/m 4. Gekeken is naar het percentage cliënten dat hoog scoort. Dat wil zeggen, cliënten die aangeven tamelijk veel gedachten of heel veel gedachten aan zelfmoord te hebben (score 3 of 4).
Het rapportcijfer dat cliënten gaven voor de behandeling was een 7,5.
Op de volgende thema's werd als volgt gescoord (schaal van 1-7, hoe hoger de score, hoe tevredener de patiënten zijn):
Bejegening | 5,6 |
Verandering klachten | 5,3 |
Vervulling hulpwensen | 5,1 |
Informatie over behandeling | 4,9 |
Bereikbaarheid | 4,8 |
Afronding behandeling | 4,8 |
Informatie over medicatie | 4,3 |
Keuzemogelijkheden | 4,2 |
De CQi geeft een rapportcijfer over de behandeling en geeft een score over 9 verschillende thema's.
Het rapportcijfer loopt van 1-10 en is gebaseerd op het oordeel van 71 cliënten. De score op de thema’s loopt van 1-7 en is gebaseerd op het oordeel van 74 cliënten. Hoe hoger de score, hoe meer tevreden cliënten zijn.
Hoogleraar evidence-based Pychiatrie Ton van Balkom is als hoogleraar psychiatrie en psychiater verbonden aan de afdeling psychiatrie en het Amsterdam Public Health Reseach Institute te Amsterdam. Hij is daarnaast als psychiater werkzaam bij de Polikliniek Angst en Dwang van GGZ InGeest in dezelfde plaats. Zijn leerstoel betreft de evidence-based psychiatrie. Zijn wetenschappelijk onderzoek betreft diagnostiek, comorbiditeit, behandeling, richtlijnontwikkeling en implementatie van deze richtlijnen op het gebied van de angst- en stemmingsstoornissen.
Gerben Meynen is bijzonder hoogleraar Forensische Psychiatrie aan de rechtenfaculteit van de Universiteit van Tilburg. Daarnaast is hij als psychiater werkzaam bij de Polikliniek Angst en Dwang van GGZ InGeest en werkt hij bij de faculteit Wijsbegeerte van de VU. Hij doet onderzoek op het grensvlak van psychiatrie en filosofie/ethiek en op het grensvlak van psychiatrie en (straf)recht. De bevindingen van zijn onderzoek zijn in internationale en nationale wetenschappelijke tijdschriften gepubliceerd. In 2007 verwierf hij een NWO-Veni voor onderzoek naar psychiatrische stoornissen en de vrije wil. Hij neemt deel aan het Nederlands Kenniscentrum Angst en Depressie.
Psychotherapeut
De afdeling kent een decennialange traditie van onderzoek. Er lopen zeker tien onderzoeken op de afdeling, waaronder ook diverse promotieonderzoeken:
- Anxiety disorders: Staging en profiling. Promovendus: drs. Wicher Bokma, Promotoren: prof. dr A.J.L.M. van Balkom en prof. dr B.W.J.H. Penninx
- The long-term trajectory of anxiety disorders. Promovendus: drs Renske Bosman, Promotor: prof. A.J.L.M. van Balkom
- Stepped care and disease management in mental health care. Promovendus: drs. Jolanda Meeuwissen, Promotoren: prof. A.J.L.M. van Balkom en prof. F. Smit
- CBT interventions for treatment resistent anxiety disorders. Promovendus: drs. Karin Remmerswaal, Promotor: prof. A.J.L.M. van Balkom
- Phenomenology of OCD. Promovendus: drs. Hanneke du Mortier, Promotoren: prof A.J.L.M. van Balkom en prof. P. van Oppen
- Obsessive-Compulsive Disorder: conceptual and nosological issues (NOCDA). Promovendus: drs. Lucas van Oudheusden, Promotoren: prof. A.J.L.M. van Balkom en prof. G. Meynen
- Chronic anxiety, research of underlying vulnerability of anxiety disorders. Promovendus: Simone Schopman, Promotor: prof. dr A.J.L.M. van Balkom
- Cost-utility and cost-effectiveness of blended e-Health treatment for severe anxiety disorders in secondary mental health care. Promovendus: drs. Geke Romijn, Promotoren: prof. dr H. Riper en prof. dr A.J.L.M. van Balkom
- Development, implementation and evaluation of a relapse prevention program for (partially) recovered patients with depressive and anxiety disorders. Promovendus: drs Esther Krijnen-de Bruin, Promotoren: prof. dr B. van Meijel en prof. dr A. van Straten
- Adolescents’ preferences in treatment of depression (the APT-study). Promovendus: drs. Ruth Waumans, Promotor: Prof. dr. A.J.L.M. van Balkom
- De Polikliniek Angst en Dwang geeft op maat bij- en nascholingsmiddagen voor huisartsen en GGZ medewerkers.
- Medewerkers van de polikliniek zijn betrokken bij Revisie Richtlijnen, Effectiviteit behandelingen, Implementatie Richtlijnen, Zorgstandaard Angst en Dwang, Therapie-resistentie, Beleid ten aanzien van lange termijn gebruik van antidepressiva.
- Cursusformat met casuïstiek