Terugblik werkbezoek TOPGGz-adviesraad aan twee expertisecentra Pro Persona

 

De adviesraad van TOPGGz kwam op 9 januari 2020 in Nijmegen bijeen voor een werkbezoek aan het Expertisecentrum Depressie en het Expertisecentrum Angst, Dwang en PTSS (Overwaal). Het bezoek is georganiseerd op verzoek van Ruben Wenselaar, bestuursvoorzitter van Menzis en jongste lid van de adviesraad. Hij wilde in de praktijk kennis maken met een TOPGGz-afdeling, de professionals die er werken en de patiënten die er behandeld worden. Voor het werkbezoek waren ook de overige leden van de adviesraad uitgenodigd, die net als Ruben Wenselaar onverdeeld enthousiast waren. Op hun verzoek zullen we vaker dergelijke werkbezoeken gaan organiseren.

We bedanken Pro Persona hartelijk voor de organisatie van dit werkbezoek! 

Foto Ruben Wenselaar en Werner Brouwer

Programma en presentaties

Het werkbezoek van de adviesraad kende een interessant programma met voordrachten van beide expertisecentra, presentaties over lopende onderzoeken en innovaties en een rondleiding door het gebouw en de verschillende dagopvangruimtes. Het bezoek werd afgesloten met een plenaire discussie en terugkoppeling. 

Foto voordracht

Ruben Wenselaar over het werkbezoek

Ruben

Ruben Wenselaar kijkt tevreden terug op het werkbezoek aan de twee TOPGGz-afdelingen. “Ik vind het heel fijn om dit soort werkbezoeken te doen. Je houdt op deze manier feeling met wat er in de praktijk gebeurt en ervaart hoe weerbarstig en complex die praktijk soms kan zijn.” Het valt de bestuursvoorzitter van Menzis op hoe groot de betrokkenheid is van zowel de professionals als de onderzoekers die op een TOPGGz-afdeling werken. “Prachtig om te zien hoe zij met veel geduld de patiënten die het moeilijk hebben helpen. Dat geeft me veel energie." 

Goed voorbeeld doet volgen
Hoe zorgen we dat we veel sneller in staat zijn de goede voorbeelden, waarvan er talloze zijn, te verspreiden? Menzis wil dat er meer intervisie plaatsvindt, onderling gegevens worden uitgewisseld en andere hoogspecialistische afdelingen successen overnemen. Zodat er gezamenlijk sneller beweging gerealiseerd wordt. “Ik ben er voorstander van de goede voorbeelden tot norm te verheffen. En zo de verbetercyclus in deze sector een gezicht te geven.”

“Na twee jaar is een patiënt ‘chronisch’. In die twee jaar tijd heeft deze patiënt allerlei behandelingen gehad die niet of weinig effectief bleken. Ondertussen kampen we in de ggz met een grote uitdaging op het gebied van wachttijden. Ik zou het toejuichen als er een protocol ontwikkeld wordt waarmee je eerder kunt diagnosticeren en adequater met gerichte interventies kunt starten. De urgentie en noodzaak om in kwaliteit van zorg te denken en de interpretaties daarvan te verwerken, worden in de ggz alleen maar groter. Dáár moet de focus op liggen”, vindt Wenselaar. 

Comfort van financiële ruimte
Menzis streeft naar waarde gerichte zorg, juist ook in de ggz. Er moet volgens Wenselaar meer ruimte komen om de nodige verbeteringen te realiseren. “Het comfort van financiële ruimte is een voorwaarde om noodzakelijke verbeteringen in de ggz te kunnen realiseren,” besluit hij.
 

Marnix de Romph over het werkbezoek

Foto Marnix de Romph

Ook Marnix de Romph is onder de indruk van het werk op de twee TOPGGz-afdelingen. “Wat je hier duidelijk ziet is dat zorg, onderzoek en wetenschap hand in hand kunnen en zelfs moeten gaan. Er is een constante drive om de zorg beter, effectiever te maken. De manier waarop we de zorg hebben georganiseerd in Nederland maakt het niet altijd makkelijk, maar professionals zetten zich ondanks alles met hart en ziel in voor cliënten op allerlei manieren. Het is ook goed om te zien dat kijken naar de effectiviteit van behandelingen eigenlijk heel gewoon wordt gevonden; het is een gespreksonderwerp tussen professionals en cliënten dat regelmatig terugkomt.” 

De directeur van P3NL was vooral onder de indruk van de verhalen die de cliënten vertelden. “Heel indrukwekkend en bijzonder hoe openhartig ze vertelden over hun levens, de zorg die ze nodig hebben én gevonden hebben. Op zo’n moment weet je weer waar het in de zorg om draait. Dit is precies de reden waarom we als vertegenwoordiger van 38.000 psychologen, psychotherapeuten en pedagogen de samenwerking met MIND zoeken om met voorstellen te komen hoe we professionals en cliënten weer wat ruimte kunnen geven om te doen wat nodig is. Concreet pleiten wij voor meer ruimte voor maatwerk tussen de verschillende financieringskaders. Dat zou kunnen door een deel van alle budgettaire kaders daarvoor vrij te maken. Ik denk dan aan de Zvw, de Wmo, Wlz etc. Je kunt de cliënt niet ‘opknippen’ en het voorkomt dat de professional telkens tegen allerlei muren oploopt”, aldus De Romph.
 

Back to top